143
<?x en dj opgelost worden, waardoor het punt P
gevonden is.
Alvorens tot de behandeling der binnenrichtingen
over te gaan, moge het voorbeeld in formulier 10 (blz.
144 en 145) het voorgaande toelichten. We hebben
daartoe op nieuw het punt s uit de driehoeksmeting
van Lauwerecht gekozen, zoodat de afd. I en VI, bevat
tende de berekening der voorloopige coördinaten en
der definitieve azimuths, overeenkomen met de gelijk
namige afdeelingen van formulier 12 (blz. 189 en 192
jaarg. I) en daarom weggelaten zijn. De voorloopige
coördinaten van s zijn daarom weder: g 350, 28
en f, 383, 40, zie in kol. 3 en 4 van afd. II.
blz. 144. In deze afdeeling zijn de voorloopige azimuths
n, alsmede de coëfficiënten a en b (form. 6) berekend.
Aangezien zich eerst in de proefrekening aan het
slot eene fout in de berekening der n zou openbaren,
kan deze met proef geschieden, door, behalve tg n
Ax
(kol. 3, 4 en 6) ook tg (45° -+- n) =-~ J.y te be-
Ax Ay
rekenen (kol. 5). Tegelijk met n worden log. sin. n
en log. cos. n in 3 of 4 decimalen uit de logarithmen-
tafel overgenomen in kol. 7. Als proef op de bereke
ning van a en b moet log j- of cpl. log s log sin. n
log dy log cos. n log /lx (kol. 6 en 7)
en log. a log. b log. tg. n zijn (kol. 8zie
Ten einde ruimte te winnen, zijn voor de punten D, F
en A alleen de coördinaten: yn en xn de n. a en b opge
geven en zijn kol. 2 van afd. II en kol. 4 van afd. Ill
(voor verwijzingen) weggelaten, evenals de tweede kolom (ge
wichten) van afd. IV.