152 Wij hopen hiermede de formulieren van Anweisung IX, welke ter afzonderlijke puntenbepaling dienen, vol doende te hebben toegelicht. Want formulier 11, bestemd voor berekening van punten, die uitsluitend door binnenrichtingen vastgelegd zijn, wijkt alleen inde berekening der voorloopige coördinaten (problema van Snellius) in afd. I af van formulier 10 en eischt dus geen afzonderlijke behandeling, terwijl ook de bepaling van twee punten in éene vereffening (formulier 9) na de toepassing van form. 10 geene moeielijkheden meer zal opleveren. De toepassing form. 11 is theoretisch gestreng volgens de methode der kleinste quadraten. Is een punt door gecoipbineerde binnen- en buitenrichtingen bepaald, dan leidt de toepassing van form. 10 tot een juister resultaat, dan die van form. 12. Anweisung IX doet voor punten van lagere orde ter vereenvoudiging der berekening afstand van eene streng theoretische toepassing der meth- k. q. indien die slechts voert tot een cijferballast, welke ten slotte geen of luttel invloed op de uitkomsten heeft. Is een voldoend aantal buitenrichtingen ter oriëntee ring der binnenrichtingen voorhanden, dan kan de keus tusschen formulier 10 en 12 aan de voorliefde des rekenaars worden overgelaten. Het laatste geeft een aanschouwelijk beeld der snijdingen, het eerste heeft echter voor, dat men door de middelbare fouten een juister overzicht verkrijgt van de bereikte nauwkeurigheid. Wie gewoon is nauwkeurige constructiën te maken, zal allicht form. 12 verkiezen, terwijl de geoefende rekenaar niet gaarne zijne logarithmische en andere tafels voor passer, liniaal en trekpen verruilt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 160