157 van genot gedurende een bepaalden tijd was toegelaten (vgl. Troplong t. a. p. noot 1). En ook in dit opzicht, even als in zooveel andere, heeft het Romeinsche recht in de Middeleeuwen zijn invloed doen gevoelen. «Si de l'empire romain," zegt Troplong t. a. p. bl. 23, „nous passons dans les Gaules conquises par les Barbares, nous y trouvons la prescription en plein vigueur, et donnant une certaine fixité a la propriété a une époque de violence, de désordres et d'instabilité. L'église et les Vaincus s'en faisaient un moyen pour conserver leurs domaines, sans cesse menacés." En zoo ging de verjaring in het kanonieke recht over (vgl. Troplong t. a. p. bl. 25), en ook in ons oud Hollandsch recht was ze als raiddel van eigendomsverkrijging toegelaten (vgl. de Groot, Inleij- dinge tot de Hollandsche Regtsgeleertheijt, uitgave van Groenewegen, bl. 53, van Leeuwen: Rooms-Hollands Regt bl. 132). Waar we op zulk een geschiedenis kunnen wijzen, daar schijnt het, bij de teekenen des tijds ten dezen opzichte, waarvan ik in den beginne melding maakte, en terwijl we leven in een tijd, waarvan met recht gezegd kan worden, dat daarin les idéés marchent, en dat niet slechts op politiek gebied, daar schijnt het nuttig en wenschelijk het rechtsinstituut aan een nader onderzoek te onderwerpen. Ik wil daartoe een poging wagen, en daarbij in de eerste plaats nagaan den oorsprong der verjaring en de rechtsgronden die er voor aangevoerd zijn, om ver volgens te onderzoeken of die rechtsgronden voor onzen tijd hunne waarde al of niet hebben verloren.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 165