171
niettemin de methode der conforme overbrenging geeft
en zelfs geen anderedus alleen het niet voorkomend
geval stelt.
Omtrent het voorbeeld en de tabellen I, II en III
van Prof. Schols, merkte spreker nog op: 1<>. dat
ZH.Gel. ten onrechte bij de toepassing van de methode
der parallelle verschuiving ook voor buitenpunten de
formule volgt, hetgeen in strijd is met het beginsel en
met de wijze waarop spreker steeds heeft gehandeld, en
dus de vergelijking veel van hare waarde verliest; 2°. dat
die vergelijking in elk geval voorbarig is, daar de uit
komsten der conforme overbrenging niet zooals die der
parallelle verschuiving, einduitkomsten zijn, maar er
eerst nog een stadium zou moeten doorgemaakt worden,
(n.l. het verdeeien voor ~t3 en V3 of op welke andere
meer wetenschappelijke wijze ook, wanneer het net over
de aangrenzende hoofddriehoeken wordt voortgezet),
waarna de uitkomsten zeer zeker geheel anders
zouden zijn. 3<>. dat de heer S. niet schijnt op te
merken, dat ook niettegenstaande deze twee punten, de
parallelle, verschuiving belangrijk kleinere verschillen
geeft op de lengten der zijden, (zie tabel II).
Omtrent de benaming door prof. Schols aan beide
manieren gegeven, merkt spreker op, dat hij tegen
-parallelle verschuiving" niets anders heeft, dan dat deze
uitdrukking slechts een deel van de operatie aanduidt,
maar de voorkeur zoude geven aan «evenredige snijding",
als geheel volledig en teekenende de voorname eigenschap
der manier die onmiddellijk uit de grondstelling van de leer