172
der transversalen volgt. Wat „conforme overbrenging" be
treft, dit is eene elliptische uitdrukking en moet steeds
aangevuld gedacht worden met de bijvoeging van
Gauss „in den kleinsten Theilen". Deze bijvoeging is
in dit geval van het meeste gewichtzooals prof. S c h o 1 s
terecht opmerkt, komen de voordeelen zijner methode
vooral uit bij een groot aantal en zeer kleine driehoeken
van lageren rang. Maar niemand zal ter wille der
methode zulk eene, overigens af te keuren, verdeeling
van het werk maken, terwijl niets belet om het net in
meer dan twee seriën te verdeelen en dan altijd het
ongunstige geval bij deze methode zich zal voordoen.
Afgezien van de eerstbehandelde fundamenteele be
zwaren, meende spreker nog op eenige zwakke zijden
van de methode der conforme overbrenging te moeten
wijzen.
Bij het landmeten komen B dingen voor, die door
directe waarneming gevonden worden: lengten, hoeken en
allignementen. Van deze drie zijn de laatste verreweg
het nauwkeurigst te bepalen en zullen naar sprekers
overtuiging bij de precisiemetingen der toekomst eene
groote rol spelen. De methode der conforme overbren
ging ignoreert deze evenwel geheel, evenzeer als de
lengtemeting. Het geval kan zich lichtelijk voordoen,
dat terreinbezwaren dwingen om midden in een drie-
hoeksnet een oningevulden veelhoek te laten, zooalszelfs
in ons primair net voorkomt. Bij netten van lagere
orde (4en en 5en rang) kan dan de nauwkeurigheid zeer
bevorderd worden door de zijden van den veelhoek
met groote nauwkeurigheid te meten. Zal men nu,