174 en daar sommige leden hun voornemen te kennen gaven om tegen de volgende vergadering op een zelfde net beide methoden eens toe te passen, werd de spreker verzocht om dan ook tegenwoordig te willen zijn. Op de vergadering van 8 Mei 1.1. werd door die leden de vrucht van hun arbeid ter tafel gebracht, waaruit bleek dat de beide methoden beoordeeld naar de quadraatsommen van de correctiën der hoeken, nage noeg dezelfde nauwkeurigheid gaven in het gekozen voor beeld, bestaande uit 4 hoofddriehoeken en 12 definitieve driehoeken van het quaternaire net van de onderhanden zijnde gemeente Harkstede. De som van de quadraten der correctiën aan de hoeken volgens de methode-Schols was enkele eenheden kleiner dan die volgens de methode- Gleuns, maar bleef daartegenover ook bedreigd met de grootere afwijkingen, die waarschijnlijk waren bij de verdere berekening van het net, wanneer dit gedeelte als definitief vastgesteld werd beschouwd, zooals de ver onderstelling was. De Heer Gleuns erkende, dat zoodanige verge lijkingen eene groote statistische waarde konden hebben en het wenschelijk was, dat zij in groot aantal en onder allerlei omstandigheden werden herhaald. Nadat nog uitvoerige dicussiën over het onderwerp waren gevoerd, meende de Voorzitter deze aldus te kunnen resumeeren: De methode der conforme overbren ging is aan te bevelen voor liet geval der aansluiting aan één hoofddriehoek en wanneer alleen lioélcen zijn gemeten) maar bij het kadasterwaar dit geval zich niet voordoetis de methode der evenredige snijding te verkiezen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 182