KADASTRALE ANTIQUITEITEN. Er bestaan bij het kadaster onlichamelijke zaken n.l. de rechten van visscherij en overvaart, welke als lichamelijke zijn behandeld. In hoeverre het van belang is op deze de aandacht te vestigen, moge uit het volgende blijken. De oorsprong van hunne opname in het kadaster moet in de oude verponding gezocht wordenalwaar deze en dergelijke rechten als belastbaar voorkwamen. Uit een paar verordeningen kan dit reeds blijken. Bij het uitschrijven van eene betere heffing der ver ponding (1627) werd door de Staten der Republiek gelastdat ook visscherijentienden en heerlijke rechten aangegevenaangeteekend en geschat moesten worden. Toen onder Lodewijk Napoleon de verponding weder in eere hersteld zoude worden, vorderde men bij de aangiften van visscherij, jacht, vogelkooi en in 't algemeen van alles wat eenige oppervlakte water of grond besloeg, de opgave van de juiste ligging, den loop, de strekking en de huursom. Ook voor de heer lijke rechten als veren en passage-gelden werd eene dergelijke aangifte geëischt. „Kadastraal Wetboek" door J. Franse 1881, bldz. 195 en 202.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 184