179 Daar het nommer aan een recht gegeven, op het plan meestal in een ongenommerd perceel water geplaatst is, komt men licht tot het denkbeeld, dat het nommer aan dat perceel en niet aan het recht is toegekend. De aanduiding in den legger doet deze misvatting niet altijd volkomen verdwijnen. De verkorte benaming der «soort van eigendom," welke men soms aantreft als «visscherij" of «water met visch" kan het vermoeden wekken, dat men het (water) perceel bedoelt, waar die visscherij wordt uitgeoefend. De opgave der grootte, uitgedrukt in H. A., A. en c. A., werkt dit niet weinig in de hand. Wie nu van de kadastrale gegevens moet gebruik maken in eene akte, in een borderel, in onteigenings stukken of in zoo menig ander voorgeschreven geval, wordt bij het raadplegen van de aangevraagde extracten dus gemakkelijk op een dwaalspoor gebracht. Eene foutieve kadastrale omschrijving in de genoemde ge schriften, is daarvan het noodlottig gevolg. Ten slotte zij hier nog vermeld, dat de besproken kadastreering van onlichamelijke zaken, aanleiding geeft tot onzekerheid ten opzichte van de toepassing der Wet op de onteigening ten algemeenen nutte, (van 28 Augustus 1851, St. No. 125). Bij de aanwijzing der te onteigenen perceelen wordt geëischt «de vermelding van hunne kadastrale nommers en de namen der in de registers van het kadaster aan geduide eigenaars," (art. 14 dier wet). Daar nu bij het kadaster sommige rechten door nommering, aan duiding en tenaamstelling als perceelen behandeld zijn, heeft men wel eens gemeend, op die rechten ook de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 187