187
o. a. in art. 6 van de vermelde Pruisische wet is bepaald
dat tegen den ingeschreven eigenaar geene verkrijging
van eigendom kan plaats vinden door verjaring.
Ook bij ons te lande is de wenschelijkheid van zoodanig
stelsel meermalen ter sprake gebracht. Men herinnert zich
dat de Staats-Gommissie, in 1867 op initiatief van den Mi
nister van Justitie Borret benoemd, op dit punt niet een
stemmig wasdat de minderheid dier Commissie de invoe
ring van zoodanig stelsel wenschelijk achtte, en dat die wen-
sche lijkheid daarna door wijlen den notaris Bruno
Tideman van Amsterdam, zeker wel een der voornaamste
leden van bedoelde minderheid, nog meermalen en krachtig
is bepleit. En ook de heer Armand Sassen komt in
zijne vermelde brochure, na een uiteenzetting van het Prui
sische grondboekstelsel en zijne werking tot de vraag
9of hetgeen over onze grenzen met zooveel aandrang
«gewenschten niettegenstaande veelzijdige bestrijding,
«met zoo'n energie en ijzeren consequentie in werking
«gebracht is, of, hetgeen daar reeds nu zoo menig
«gunstig resultaat gaf, niet ook in ons land, zonder
«dralen tot een punt van ernstige overweging dient te
«worden gemaakt".
»En"zoo voegt hij er aan toe «mocht die
«vraag gelijk ik hoop, door Regeering en vertegenwoor
diging bevestigend beantwoord worden dan is het te
verwachten dat argumentenvan theoretischen aard
salva reverentia voor de eischen van het prac-
«tische leven zullen moeten zwichten."
Men zal moeten erkennen dat, zelfs van een theoretisch
standpunt beschouwd de invoering van zoodanig stelsel,
waarbij aan de inschrijving in een Grondboekten op-