195
elk geval verbetering van ons stelsel van eigendoms
overgang gelegen acht. Immers volgens hem heeft nu
het toelaten van geheime overgangen zijn raison d'etre
verloren, en een gevolg daarvan is, dat hij wenscht be
palingen, die verkrijgingen van gedeelten van perceelen
tusschen naburige eigenaars in zekeren zin aan positieve
openbaarheid zouden onderwerpen, zoodat de acquisi-
tieve verjaring zoude moeten worden verbannen.
En de verkrijging van rechtszekerheid door de invoering
van een positief stelsel is geen voorwaarde voor de
verwezenlijking van de denkbeelden van den schrijver;
in zijn 2e stelling lezen we toch De positieve specialiteit
kan samengaan met het negatief stelsel van openbaarheid.
De schrijver wil dus absolute kracht geven aan de
gegevens van het kadaster, in dien zin, en dit is
de beteekenis van de uitdrukking rechtsgeldig hadaster
dat zooals de grenzen bij het kadaster bekend zijn, ze
ook in waarheid de grenzen zijn en blijven. Het be
houd van de acquisitieve verjaring op grond van een
afzonderlijken, zij het ook gebrekkigen titel of rechts
grond, afgescheiden van rechten over aangrenzende
gronden, moge in hem geen verdediger vinden, hij
strijdt toch niet voor de afschaffing dier verjaring
slechts wil hij, steunende op een techniek, die de oor
spronkelijke grenzen der perceelen steeds zal doen terug
vinden, van de verschillende eigendommen juridiéfce
éénheden vormen, die alleen wijziging zullen kunnen
ondergaan door een openbaren titel van overgang.
Konsekwent is dit zeker nietals door de verjaring
geheele perceelen in eigendom kunnen verkregen worden,
welke zou dan de rechtsgrond zijn om de eigendoms-