203 laten gedeelte grond niet door verjaard bezit aan anderen kan overgaan. Er zal langzamerhand een toestand intreden waarin geen eigenaar meer met juistheid de grenzen zijner eigendommen weet aan te wijzentenzij hij ze heeft laten afpalen overeenkomstig de kadastrale gegevens en de teekens nog aantvezig zyn." Duidelijker kan het dunkt mij niet worden aangetoond dat bij een rechtsgeldig kadaster volgens de ideën van' den heer Boer, nog meer dan anders de feitelijke grenzen (die van het bezit) andere kunnen zijndan de wettelijke (die van den eigendom). Maar nu blijft evenals vroeger de bezitter met de strook die hem niet toebehoort handelen alsof ze hem wel toebehoort, er eigendomsrechten op uitoefenen, anderen daarop rechten verleenen. En als nu najaren de werkelijke eigenaar weer kan optreden, den bezitter uit zijn bezit stooten, derden hun rechten, die ze meen den wettig verkregen te hebben, ontnemen zal dan niet weder diezelfde rechtsonzekerheid intreden, die in strijd is èn met het algemeen belang, èn met dat der individuen, die rechtsonzekerheid, die zooals ik in mijn eerste gedeelte heb aangetoond, juist de aanleiding is geweest tot de invoering der verjaring als middel van eigendomsverkrijgingen haar rechtvaardigt Hier zal men mij misschien een tegenwerping maken; wellicht zal men zeggen: vroeger kon men de grenzen niet zoover terug vinden als thans vooral als er een rechtsgeldig kadaster bestaattoen moest men dus wel de verjaring invoeren omdatals men het bezit niet Ik heb hier gecurcifeerd.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 211