208 Het antwoord op deze vraag, is naar mijn overtuiging alleen door de gegevens van een juist kadaster. Zoo blijft dus het verlangen naar een goed kadaster nog steeds gerechtvaardigd en als de heer Boer de verwezenlijking zijner plannen in dat opzicht mocht kunnen verkrijgenen als die plannen dan in de praktijk mochten blijken doeltreffend te zijn dan zal hij zich jegens de maatschappij zeker zeer verdienstelijk hebben gemaakt. Oosterhout, Maart 1886. Mr. G. E. Achterberg. Met meer dan gewone belangstelling heb ik deze eerste ernstige critiek over mijne beschouwingen in de Economist (MeiJuli 1881) gevolgd. Zij gaf mij aan leiding tot vernieuwde studiën waarvan de resultaten zullen neergelegd worden in eene voordracht over De verjaring in verband met de bewijskracht eener kaart, te houden op de aanstaande algemeene vergadering onzer vereeniging. Lezers, aan wie een overdruk van bovengenoemd artikel is toegezonden en die daarvan geen gebruik meer maken, zullen mij met de terugzending verplichten. Boer.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 216