211 aanteekeningen bevatten betrekkelijk den rechtstoestand van het te onderzoeken goed. Oppervlakkig beschouwd zou men meenen dat de combinatie van alle aldus op gespoorde akten volmaakt moet weergeven alle rechten en lasten die openbaar zijn gemaakt en in het bijzon der geval van hypothecaire verbanden, alle op het goed drukkende schulden, die den schuldeischer recht van hypotheekhouder geven. Door alleen zijn registers te raadplegen vindt de bewaarder echter in zeer vele gevallen niet genoegzame gegevens om juiste inlichtingen te verstrekken; een noodzakelijke aanvulling van zijn onderzoek is het raad plegen der kadastrale bescheiden. Eenige voorbeelden kunnen dit beweren het best toelichten. Gesteld dat iemand eigenaar is van twee aan elkan der grenzende stukken grond, waarvan er één bezwaard is, dan zal bij vereeniging der perceelen, uit de hypotheek- registers blijken dat het aldus ontstaan perceel dat ter verdere aanduiding vereenigings-perceel is genoemd mede bezwaard is. Verlangt voorts de eigenaar een bewijs van onbezwaardheid van een perceel dat uit het vereenigingsperceel later ontstaan is, en werkelijk deel uitmaakt van het niet bezwaard gedeelte er van, dan zal, zonder raadpleging der kadastrale kaart, aan de aanvrage niet voldaan kunnen worden, want uit de registers zou blijken dat het onderhavige perceel afkom stig is van een bezwaard nommer. De opgave zal dan bij enkele raadpleging der hypotheek- registers bepaald onjuist zijn. Wanneer de zaak meer gecompliceerd wordt en de grenzen van het vereenigingsperceel bij een verkaveling

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 219