213 stukken en zelfs in het meten, niet in staat zal zijn uit de voorhanden gegevens alle voordeel te trekken, en de belangrijke instelling, welker goede werking hem werd toevertrouwd, aan haar doel te doen beantwoorden. Ja zelfs zal de bewaarder, alleen steunend op zijn registers, bezwaar kunnen maken bewijzen van onbe zwaardheid uit te reiken van niet belaste goederen en daardoor een belemmering worden van het grondcrediet, waarvan de behartiging toch juist zijn taak is. Het gemis van voldoende ervaring in de techniek van het kadaster kan echter ook nadeelig worden voor den bewaarder zelve. Een voorbeeld daarvan hierna vermeld behoeft niet te worden verondersteld, doch had onlangs werkelijk plaats. Van eenige perceelen, aan eene gemeente toebehoorende, werden de bestaande gebouwen gesloopt en allen tot een perceel vereenigd; deze mutatie werd bij het kadaster toegepast. Het jaar daarna was op het terrein een stedelijk gebouw gesticht, terwijl met den bouw van eenige woonhuizen was aangevangen, waardoor blijkbaar de afscheiding van het perceel met den publieken weg zou gewijzigd worden. De toepassing voor het kadaster had daarna plaats in dier voege dat het gebouw werd gekadastreerd en het overblijvend terrein, dat nu niet meer van den publieken weg was afgescheiden en welks grens aan die zijde later bepaald zou worden, voorloopig bij den ongenommerden grond gevoegd. In de weinige dagen noodig voor het opmaken der metingsresultaten en dus vóór de toepassing er van werd een gedeelte van den bedoelden grond verkocht

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 221