222
Kiezen wij daartoe het voorbeeld van bldz. 122.
Op te lossen de vergelijkingen
0,018167 X 4- 2,3055 Y - 1,6110 Z 0.00071612
2,3055 X 1107,66 Y 204,82 Z 0.115
- 1,6110 X 204,82 Y 884,40 Z 0.507
Duidt men de in deze vergelijkingen voorkomende
getallen door hunne logarithmen aan, tusschen haakjes
geplaatst, dan krijgt men
(8,25928-10) X -f (0,36277n) Y (0,20710n) Z =-- (6,87281 -10)
(0,36277n) X 4-(3,044-41) Y (2,31137) Z (9,06070 - 10n)
(0,20710n) X (2,31137) Y -j- (2,94665) Z (9,70501 - 10n)
Deelen wij door den coefficient van X hetgeen gemak
kelijk geschiedt, daar door het logarithmeeren de deeling
vervangen wordt door de aftrekking zoo komt er:
X 4- (2,10349n) Y 4- (l,94782n) Z (8,61353 10) (1)
X 4- (2,68164n) Y (1,94860q) Z (8,69793 - 10) (2)
X 4- (2,10427n) Y 4- (2,73955n) Z (9,49791 10) (3)
Door het verschil te nemen der vergelijkingen (1) en
(2), en (1) en (3) vindt men door toepassing der
Gaussische logarithmen
(2,54844n) Y (9,20282 - 10n) Z (7,94497 10)
(9,35849 10n) Y 4- (2,66303A)Z (9,43717 - 10)
Deelen wij weer door den coëfficiënt van Y zoo komt er
Y 4- (6,65438 10) Z (5,39653 10„) (4)
Y (3,30454) Z (0,07868n) (5)
Door de vergelijking (5) te verminderen met (4)
en door gebruik te maken van Gaussische logarithmen
krijgt men
(3,30454) Z (0,07868n)
(0 07868n)
WaarUlt' Z (3^30454) (6'774U - 10n)
of Z 0,00059449.