239 Met de meeste bereidwilligheid werd inzage verleend van het veldwerk, waardoor men tot de overtuiging kwam dat het zonder bezwaar voor het kadaster kon worden overgenomen. Besloot men tot de overneming, dan behoorde de uitvoe ring van het herzieningswerk breeder te worden opgevat. Men moest breken met de suppletoire wijze van werken, welke men verplicht was geweest te volgen, en streven naar bereiking van het doel: vervaardiging van nagenoeg geheel nieuwe minuutplans, waaraan ten grondslag zou liggen de driehoeksmeting van den waterstaat. Op de plans behoorden de buitengronden, de riet en biezenvelden, benevens de slik en zandplaten te worden gekaarteerd door middel van het waterstaats veldwerk; de eigendomsgrenzen en de polders daaren tegen uit kadastraal veldwerk. Men zou zich van de zijde van het kadaster, werd goedkeuring verkregen, tot uitvoering van het herzie ningswerk op deze wijze, dan niet langer met opneming van buitengronden behoeven bezig te houden, maar zich kunnen bepalen tot: le. opneming van alle eigendomsgrenzen in het drie- hoekennet van den waterstaat. 2e. hermeting der polders in verband met dat net. Met betrekking tot de hermeting der polders konden excepties worden gemaakt. Indijkingen in de laatste jaren opgenomen, en waarvan goed veldwerk in het kadastraal archief berustte, behoef den niet te worden hermeteneveneens kwamen niet voor hermeting in aanmerking de polders op het oude

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 247