247 vermelding van alles wat op de delimitatie betrekking had, en noodig geoordeeld werd overgenomen te worden. De ïesultaten van alle berekeningen op de molenstee- nen betrekking hebbende, zijn afzonderlijk verzameld in het «register der coördinaten, eindpunten meetlijnen." Onder toelichting is voor de coördinaten der molen- steenen nu en dan een dubbel stel opgegeven, weinig verschillend van elkander. Men treft in de opgaven aan: coördinaten berekend in verband met de delimitatie, en coördinaten voor de gevonden ligging der steenen op het terrein. Dit dubbele stel dankt zijn oorsprong aan verplaatsing van sommige steenen, voortvloeiende uit de bewegelijkheid van den bodem. Het is daarom gewenscht geen gebruik te maken van een molensteen, dan na een onderzoek te hebben ingesteld naar de al of niet veranderde ligging. Dit betreft hoofdzakelijk de steenen, gelegen in gron den, dagelijks blootgesteld aan de werking van eb en vloed. Vroeger waren de molensteenen in den Biesbosch de punten, bij voorkeur gebruikt ten behoeve van supple- toire metingen, nu is dit niet langer noodig, het geheele hoofddriehoeksnet van den waterstaat is op het terrein verzekerd. Geschiktheid voor suppletoire meting bezaten de steenen weinig; zijn zij niet in polders gelegen, dan liggen zij steeds zoo ongunstig, dat het gebruik veel moeite baart. De bij de herziening van den Biesbosch gevolgde wijze van werken beveel ik ten zeerste aantoepassing, min of meer gewijzigd, zal zij kunnen vinden ook waar het gewone suppletoire opnemingen geldt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 255