248
Voor het vlakke terrein, buitenpolders langs de be
nedenrivier of uiterwaarden langs de bovenrivier, raad
ik echter niet aan er gebruik van te maken, men zal
dan op eigenaardige en onoverkomelijke bezwaren stuiten,
zoodra men een meetboekje ter hand neemt.
Zoo verkeert men bijv. dikwijls in twijfel, of de
richting eener sloot werd afgelezen, dan wel een
loodlijn naar het uiteinde genomen. Bij de boven
rivier is het een bezwaar, dat de eindpunten der meetlijnen
langs den oever somtijds bepaald zijn door hoekmeting in de
driehoekspunten aan de overzijde der rivier gelegen.
C. W. HOFFMANN.