DE KADASTRALE OPNEMINGEN IN NEDERL.-INDIË IN 1884. In aansluiting met en ten vervolge van het geschied kundig overzicht van het kadaster in Nederlandsch-Indië, voorkomende in de 3de en de 4ae Aflevering, jaarg. I van dit tijdschrift, ontleenen wij het navolgende uit het laatst verschenen koloniaal verslag aangaande de ver richtingen van het kadaster en enkele andere opnemingen in de Soenda-Archipel gedurende het jaar 1884. Gaarne belasten wij er ons mede van jaar tot jaar het overzicht te vervolgen, al moge daaraan geen enkele andere ver dienste worden toegekend, dan wellicht die van onze ingenieurs en landmeters hier te lande uit te noodigen tot een nadere kennismaking met den belangrijken dikwerf zoo moeielijken arbeid hunner collega's in gindsche aan Nederland zoo nauw verwante gewesten. In 1884 werd de kadastrale arbeid, zoowel wat de opmetingen als wat het opmaken der kaartenregisters enz. betreft, geregeld voortgezet in de residentiën Preanger Regentschappen (met 2 opnemingssectiën) Soerabaja, Pasoeroean, Probolingo, Kediri, Cheribon en Madioen, terwijl de opnemingssectie van Samarang over ging naar Pekelongan en in 't laatst van 1884 ook de ingevolge Indisch besluit 7 December j 1. n°. 23 kadas traal op te meten residentie Tagal tot haar werkkring kreeg. In de reeds genoemde residentie Madioen is geen eigenlijke opmetingssectie werkzaam, zooals ten onrechte in 't vorig verslag werd vermeld; aan den met de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 28