23
Behalve de 20000 hectaren, verdeeld in 22500 per-
ceelen, die vroeger reeds door het personeel van het
kadaster waren opgemeten, zijn na de vereeniging van
de statistische opneming met het kadaster (medio 1879)
dus in jaar tijds opgemeten en voor ongeveer 3/i in
kaart gebracht, berekend en in de kadastrale boek
houding opgenomen 264000 hectaren, verdeeld in
165500 perceelen en blokken Bovendien werden
in dat tijdsverloop ruim 85000 hectaren woeste grond
opgemeten, in kaart gebracht, berekend en de meetbrieven
daarvan opgemaakt.
Niettegenstaande, zooals hiervóór is gezegd, 5 Euro-
peesche ambtenaren meer voor de metingen gebezigd
werden, bleef de in 1884 speciaal ten dienste van het
kadaster opgemeten uitgestrektheid toch p. m. 2000
hectaren en 5000 perceelen beneden de in 1883 ver
kregen uitkomsten. Daarentegen werden ongeveer 3000
hectaren woeste grond meer gemeten en waren de ver
richtingen op aanvrage en ten gerieve van het publiek
veel uitgebreider. Hoofdzakelijk was de vermindering
van meetwerk een gevolg eensdeels van het krachtig
doorzetten der bijhouding van het nieuwe kadaster,
anderdeels ook hiervan dat veel werk gaf het opmaken
van de kaarten en bescheiden, die, ingevolge de voor-
Deze eindcijfers wijken eenigszins af van het totaal der
jaarlijksche opgaven, nopens de genieten oppervlakte en per
ceelen, die op de voorloopige bevindingen van het metend
personeel berusten en veelal later, wanneer de kaarten gemaakt
zijn en de berekening der oppervlakte zoomede de definitieve
nummering der perceelen is afgeloopen, blijken veranderingen
te moeten ondergaan.