31 stukken, om daardoor een juiste oplossing in de hand te werken. Ook gaf hij de hoop te kennen, dat een volgende vergadering ook door hen, die als superieuren de leiding der kadastrale werkzaamheden in handen hebben, zal bijgewoond worden. De voorzitter eindigde zijn toespraak met den wensch, dat die volgende vergadering mocht getuigen van het krachtig leven der Vereeniging, en dat van bezorgdheid voor de toekomst alsdan geen sprake mocht zijn. Hierna bracht de secretaris-penningmeester, de heer P. W. H. P a u 1 u s s e n verslag uit van de hande lingen van het Bestuur en over den toestand der Vereeniging. De eerste arbeid van het Bestuur, na de regeling zijner functiën, bestond in de uitvoering van de opdracht om een tijdschrift op te richten als een krachtig middel ter bevordering van het doel der Vereeniging. Doordrongen van de wenschelijkheid, om de redactie daarvan in handen te stellen van een wetenschappelijk man, wendde het zich tot den heer Gh. M. S c h o 1 s, hoogleeraar in de geodesie aan de polytechnische school te Delft, die reeds op verschillende wijze belangstelling getoond had in alles wat de praktijk der landmeetkunde en de toepassing daarvan bij het kadaster betreft. Tot groote teleurstelling van het Bestuur bleek het echter, dat de heer S c h o 1 s eene andere opvatting had omtrent het doel der Vereeniging dan het Bestuur, en daarom meende voorloopig zijne medewerking niet te mogen toezeggen. Op ernstigen aandrang zijner mede bestuursleden nam

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 39