36
de middelen, die aangewend moesten worden, om die
bijhouding voortdurend mogelijk te maken.
Hij vestigde voorts de aandacht op de langzame
maar zekere vermindering der kaarten, omdat niet bi/
tyds middelen ter verbetering waren ter hand genomen
op de noodlottige grondbelasting gedachte, die somtijds
doorgedreven werd, en die geene hooge eischen aan de
nauwkeurigheid der kaarten steltop de schijnbare
goedkoope wijze van werken, die inderdaad zeer duur
voor den lande is uitgekomenop de onmogelijkheid
om verbeteringen uit te voeren en tevens het dienst
werk tijdig te beëindigen en om zonder voorbehoud het
uitgevoerde werk deugdelijk te verklaren op de daar
uit volgende noodzakelijkheid, om de bedoelde verkla
ring te veranderen.
Ik geloof naar aller hart te spreken aldus ein
digde ongeveer de heer ten Oever wanneer ik den
wensch uitspreek, dat ter wille van de waarheid de be
staande verklaring op de hulpkaarten worde gewijzigd;
en de hoop uit, dat de tijd niet ver meer zal zijn,
waarin zulk een wijziging niet meer noodig is.
Uit de daarna gevoerde discussiën bleek echter, dat
de vergadering zich beter met de argumenten dan met
de conclusie van den voorsteller kon vereenigen en tot
een veel verder strekkende uitkomst meende te moeten
geraken, dan in het voorstel onder woorden was ge
bracht.
De vergadering ging dan ook niet mede met de door
den heer V. A. Prins voorgestelde motie: »de verga
dering, hulde brengende aan de uitvoerige toelichting
van het voorstel van den heer ten Oever,, gaat over