39 dan toch ten opzichte van onderhandsche akten de leemte zou blijven bestaan. Ook behoort aan de eigenaren de verplichting opgelegd te worden, om bij overdracht van gedeeltelijke grond stukken die eigendommen behoorlijk af te scheiden, eene zaak waarop reeds in 1875 door het landmeterscongres werd aangedrongen. En in 't algemeen beschouwd meende de spreker zijn er nog zoovele redenen, die een wettelijke regeling gewenscht maken. Ieder die met het kadaster en de bewerking daarvan bekend is, zal toestemmen, dat het beheer van die in stelling moet geschieden uit één hand. Ofschoon het oorspronkelijk werd ingevoerd voor de regelmatige heffing der grondbelasting, is het later dienst baar gemaakt voor velerlei andere administration en belangen, waaronder in de eerste plaats die van het hypotheekwezen, waarmede het door bepalingen van het B. W. als het ware is samengeweven. Als zoodanig is het de grondslag, waarop, tot zekere hoogte, rechten van de ingezetenen steunen. Terecht heeft men dan ook indertijd begrepen, dat, wilde men die instelling ook in dat opzicht tot haar recht laten komen en een eenzijdige bewerking ontgaan, het bestuur daarover niet bij de administratie der directe belastingen behoorde te blijven. Niettemin heeft die administratie niet opgehouden telkens een zekeren invloed uit te oefenen op den kada- stralen arbeid, en zijn onder dien invloed voorschriften gegeven en maatregelen genomen, die op de economische bestemming van het kadaster belemmerend werken en

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 47