41 Op genoemde alinea, die de vermelding der kadastrale nummers voorschrijft in akten voor in- of overschrijving bestemd, berust in hoofdzaak de mogelijkheid der door voering van het hypothecair-kadastrale stelsel. Voor onderhandsche akten vindt men een dergelijk voorschrift alleen in het K. B. van 8 Augustus 1838, over welks bindende kracht ernstige twijfel is gerezen. Gelukkig echter wordt van meerdere zijden op afschaffing der onderhandsche akte voor overgang van onroerend goed aangedrongen ook het ontwerp San nes be helsde eene daartoe strekkende bepaling zoodat men de hoop mag voedendat deze bron van fouten in de boekhouding eenmaal zal opdrogen. Overigens is reeds thans het aantal onderhandsche akten gering, en neemt men verder in aanmerking, dat de oorspronkelijk foutieve tenaamstellingen door de be kende eenvoudige verklaringen nagenoeg zijn verdwenen, dat onjuiste aanduiding der perceelen in memoriën van successie in de meeste streken al spoedig door daarop volgende akten van scheiding kunnen hersteld worden, dan valt het in het oog, dat de meeste foutieve tenaam stellingen ontstaanalthans worden bestendigd door notariëele akten. Ligt nu de oorzaak van het kwaad in gebrek aan naauwgezetheid bij de notarissenin het onvoldoende van het voorschrift van art. 37 of in de gebreken van het kadaster? Alle drie oorzaken werken samen. Over de beteekenis van art. 37 wijdde spreker reeds voor twee' jaren uit in hel Weekblad voor Notarisambt

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 49