45
noodig een commissie kon benoemen, om de wensche-
lijkheid der openbaarmaking te beoordeelen.
De vergadering werd hierop door den Voorzitter ge
sloten.
Heeft zoo vraag ik ten slotte de algemeene
vergadering werkelijk een antwoord gegeven op de aan
't begin van dit verslag gestelde vragen
M. i. ja, en wel in bevestigenden zin.
Als mijn vertrouwen meen ik te mogen uitspreken,
dat langzaam maar zeker de tijd zal naderen, dat de
publieke opinie zich duidelijk in de zaak van het ka
daster zal uitspreken.
Aan de Vereeniging de belangrijke taak, om de ves
tiging eener publieke opinie te helpen voorbereiden
Amsterdam, December 1885.
F. G. STUCKI.
(Seer. Venn