61 «De Notaris is persoonlijk verantwoordelijk voor de bewaring van de minuten zijner akten (art. 41, wet »9 Juli 1842); raakt de minuut bij hem verloren, de "gevolgen moet hij boeten; de Notaris is verplicht, «diezelfde minuut, voor welker behoud de wetgever «zooveel zorg droeg, soms voor eenige dagen aan een «ambtenaar over te laten, die dezelve uitsluitend behoeft «om de belasting te kunnen regelen en bij de goede «bewaring der akte niet dat belang kan hebben als de «Notaris, liet is waar, de Notaris kan niet aansprakelijk «gesteld worden voor de schade, die de minuut bij den «ambtenaar mocht lijden, of het nadeel door het verloren «gaan bij dezen veroorzaakt; doch die minuut moet «door hem ter registratie worden bezorgd, door hem «persoonlijk, wil hij zich ten volle vrijwaren; immers «vertrouwt hij die bezorging aan derden, wie dan ook, «hij stelt zich in eene hooge mate in gevaar. Wil hij «zich volkomen vrijwaren, hij zal die minuut, na vol- «brachte formaliteit, in persoon dienen terug te halen; «welk onoverkomelijk bezwaar dus dit wettelijk voor- «schrift, bijna doelloos, oplevert voor den notaris, valt «van zelf in het oog. Voor partijen is dit voorschrift «niet minder gevaarlijk en alzoo hoogst bezwarend. «Den notaris hunner keuze vertrouwden zij de bewaring «hunner dierste overeenkomst; de wet noodzaakt hen «nu echter datzelfde vertrouwen te schenken, voor hoe «korten tijd dan ook, aan een persoon, die hun dikwerf «geheel onbekend is, op wien zij veelal, in geval van «benadeeling, hunne geledene schade niet zullen kunnen «verhalen." Overdrijving is in deze voorstelling niet te miskennen; nochtans zijn de bezwaren ook niet geheel weg te redeneeren.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 69