67 selen aan, maar ik ben overtuigd dat, met inachtneming van het vorenstaande en wanneer men zich weet los te maken van de in de tegenwoordige wet inachtgenomene, veelal ongemotiveerde onderscheidingen en gradatiën van rechten, een zeer goede en tamelijk eenvoudige zegelwet met zeer voldoende maatregelen tot controle op de betaling der belasling is samen te stellen, die ons bevrijdt: 1°. van onze tegenwoordige, aan distictiën zoo rijke, uit verschillende wijzigingswetten samengestelde zegelwetgeving; 2°. onze zelfstandige, maar geen zelfstandig bestaan verdienende hypotheekrechten; 3°. onzen chaos van registratiewetten met een geheelen nasleep van rechtelijke en administratieve beslissingen. Eéne wetgeving in plaats van drie, reeds dat is een enorm voordeel, ook dan wanneer bij een veranderd belastingstelsel tot verlaging onzer mutatie-rechten mocht kunnen worden overgegaan. Geen drieledig stel vrijstellingen: die van zegel, die van registratierecht, die van de formaliteit van registratie. Geen bevoordeeling van de onderhandsche akten boven de openbare, want de eersten zullen van 't zegel reeds dadelijk bij de opmaking moeten zijn voorzien, en 't daarin opgeloste registratierecht wordt dus niet slechts voldaan wanneer zij in rechten of bij openbare akten worden gebruikt, 't geen slechts zal blijven gelden ten aanzien der in art. 10 der tegenwoordige zegelwet bedoelde stukken. Men zal misschien beducht zijn voor 't groote aantal zegels, dat 't Rijk zal moeten verkrijgbaar stellen; ik acht dat geen groot bezwaar, doch 't zal tot een mini mum kunnen worden gereduceerd. Stel b. v. het zegelrecht voor akten van verkoop van vast goed is bepaald op 6'/ nu bepale men dat het recht steeds zal zijn een vee'lvoud van f 6.25, en stelle verkrijgbaar zegels

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 75