77
»heid te certificeeren. Enkelen beproeven terecht door
«zekere inrichting hunner verklaringen of door een
enkel woord van voorbehoud in de staten en certifi-
«caten aan de verantwoordelijkheid te ontsnappen. Is
dat een houdbare toestand"
«Neen heer Staatsraad, die toestand is onhoudbaar en
«gij moet wel deerlijk uit de koets gevallen zijn, toen
«gij uit het ei, waaruit gij u zoo'n schitterenden paradijs
vogel hadt beloofd, langzaam een afschuwelijken basi-
«liskus zaagt voortkruipen.
«Of hebt gij soms in 1845, met practischen blik voor-
«uitziende waarop alles zou uitloopen, eene allergeestigste
«en allerfijnste satire geschreven?
«Was men eerlijk geweest, en had men de boeking op
«de perceelen ingevoerd, dan geloof ik niet dat men, na
«nog geen 30 jaarin zoo'n verwarden toestand was
«geraakt, en in geen geval zou dan het publiek, zoo als
«nu, het recht gehad hebben om te zeggen: «dat zijn
«nu de gevolgen van de eigenwijsheid en de, alle gedane
«beloften voor niet achtende willekeur van Lab an, die
««ons Rachel beloofde, maar Lea bezorgde, wier
.«zeere oogen ons, nu het volkomen dag is geworden,
«»al heel afzichtelijk voorkomen."
«Het is te hopen dat Laban tot inkeer komt en het
«gedane onrecht zoodra mogelijk herstelt.
Zullen wij nu met Mr. Golenbrander deze hoop
voeden en alsnog verlangen naar 't livre terrier, de
bilan exact, of naar 't régistre unique van den heer
van Crombrugghe?
Ik niet, lezer! Ik vind het inderdaad heel leelijk van
de Regeering dat ze haar woord zoo slecht heeft gehou-
Themis, 1866.
