78
den, dat ze zooveel minder goeds gegeven dan beloofd
heeft, maar niettemin verlang ik noch naar 't Grondboek
van Mr. Wolterbeek, waarin iedere grondboekseen
heid een folio beslaat en als grondboekseenheid beschouwd
wordt eene grondbezitting, welke aan een enkel persoon
of aan meerderen pro indiviso toebehoort, en welke uit
een of meer aan elkander grenzende en in dezelfde sectie
gelegen kadastrale perceelen bestaat, noch naar de vier
millioen folio's, die het stel registers zou bevatten,
noodig voor den aanleg van een grondboek, waarin elk
perceel naar den wensch van Mr. Golenbrander
een afzonderlijk folio inneemt.
Een ander stelsel, dat niet alleen ingrijpt in de boek
houding maar ook in ons burgelijk recht, in de
regeling van de wijze van eigendomsverkrijging, verdient
m. i, aanbeveling.
Ik put 'tuit de studie van Prof. G r a t a m a's interes
sante brochure: Hervorming van ons zakelijk recht aan
grond en bodemin 1870 bij Wolters uitgegeven.
De beide schrijvers, over wie ik sprak, Wolterbeek
en Go 1 en bran der, betoogen uitvoerig en m. i. afdoende,
dat van de twee bekende hypothecaire stelsels, het
positieve of absolute en 't negatieve, het laatste verre
boven 't eerste voorkeur verdient.
Mr. Golenbrander wijst aldus aan waarin het
positieve stelsel bestaat:
»Om al deze onzekerheid d. i. de onzekerheid die
in het tegenwoordig stelsel kan bestaan, en veelal bestaat
omtrent de rechten die men op een zaak heeft »om
•al deze onzekerheid voor te komen heeft men in
sommige, vooral Duitsche landen, het hypotheekwezen
•zoo trachten in te richten, dat men er zich veilig op
verlaten kan.