81
Prof. Gratama zelf verwachtte geene spoedige ver
wezenlijking zijner denkbeelden; hij achtte daarvoor de
volksovertuiging niet rijp. Hij wenschte echter te be
ginnen met op een paar punten het thans bestaand
verschil tusschen erve en have op te heffen, op een
ander punt dat verschil in te korten, en op die wijze
demobilisatie van grond en bodem voor te bereiden. Deze
voorbereidende maatregelen zouden daarin bestaan, dat
1°. alle voorwaarden, door partijen gevoegd bij een
overdracht of vestiging van een zakelijk recht, alle tijds
bepalingen, die de wet zelve niet noemt, slechts als bij
roerende goederen tegen de tweede hand zouden werken
en dus alleen tusschen de personen die de rechtshande
ling slotenterwijl de revindicatie alleen tegen de
tweede hand zoude worden toegelaten, behalve in 't geval
van samenspanning van de derde met de tweede hand
tegen den rivindicant
2°. dat ook rechtsvorderingen tot nietigverklaring,
tenietdoening, herroeping, slechts tegen de tweede hand
werken zouden;
3°. dat de termijn voor de acquisitieve verjaring werd
ingekort met opheffing der schorsing en der stuiting;
behalve de stuiting door berooving van het feitelijk bezit
langer dan een jaar.
Ik wensch deze overgangsbepalingen tot de mobilisatie
niet verder te bespreken. Ook de mobilisatie zelve laat
ik rusten doch wensch u alleen een stelsel te ontwik
kelen, dal, minder ingrijpend van aard, de hypothecaire
boekhouding geheel doet verdwijnen en alleen de kadas
trale boekhouding overlaat.
Van mijn stelsel vormen de kadastrale kaarten, plans
en leggers de eenige basis.
Ik stel voorop, dat door middel der kadastrale kaarten
Tijdschrift Kadaster 1886. 6