82
en plans nauwkeurig en met zekerheid op het terrein is
aan te wijzen, welk grondstuk wordt bedoeld met een
daarop onder een zeker sectie-nummer aangeduid en in
de leggers, wat aard en grootte betreft, nader om
schreven perceel. Al die kadastrale perceelen komen op
de leggers voor als toetebehooren aan de in het hoofd
genoemde personen.
Nu wensch ik als overgangsmaatregel te bepalen, dat
ieder, die beweert eenig zakelijk recht op eenig kadas
traal perceel te hebben (hypotheken uitgezonderd) in
den loop van een bij de wet te bepalen tijdvak b. v.
van 2 jaar, stel b. v. tusschen 1 Januari 1886 en 1
Januari 1888, van die bewering bij deurwaarders-exploit
moet doen blijken aan den hypotheekbewaarder, in den
kring van wiens kantoor het perceel ligt, met vordering
dat hem door den bewaarder een eigendomstitel worde
uitgeleverd. De bewaarder zal die exploiten, in de orde
waarin hij ze ontvangt, van een volgnummer voorzien
en opbergen, na eene eenvoudige verwijzing naar het
exploit te hebben gedaan achter het nommer van elk
der daarin vermelde perceelen in eene lijst van alle
tegenwoordig bestaande nummers van perceelen, inge
richt overeenkomstig register 69.
Na het verstrijken van den termijn van 2 jaar zal
de bewaarder de perceelen, ten aanzien waarvan slechts
één exploit, houdende vordering tot afgifte van een
eigendomstitel, is uitgebracht, waarop dus niet verschil
lende personen dezelfde, onderling strijdige rechten
beweerden te hebben, op den kadastralen legger brengen
ten name van dengene, die de niet betwiste bewering
van recht bij exploit uitbracht, en aan dezen een eigen
domstitel, door hem geteekend afgeven. Hebben daaren
tegen meerdere personen dezelfde rechten bij verschillende