96 Want hoe dikwijls maakt de gesteldheid der lucht het meten dei- hoeken tusschen de op vele uren van elkaar verwijderde punten van het primaire net onmogelijkhoe dikwijls speelt de zon vooral hier te lande, verstoppertje achter de wolken, zoodat de heliotropen op die punten niet kunnen werken, waardoor de waar nemer tot geduldig afwachten, tot werkeloosheid veroordeeld is, tenzij hij de meting der richtingen op de meer nabij gelegen en zichtbaar gebleven punten van den tweeden rang kan voortzetten. Hoeveel torens moeten daarvoor gekozen worden, die zelf geen standplaats voor den theodoliet aanbieden en dus uitsluitend door snijding van richtingen uit andere punten moeten bepaald worden. Grijpt men thans de gegeven buitengewone gelegenheid niet aan, laat men eerst jaren verloopen, zoodat sommige van de spaarzaam over het rijk verspreide torens van het primaire net dooi afbraak enz. zullen verdwenen zijn, andere door stormen, verzakkingen, aardschuddingen enz. eenigszins verzet, de richtin gen tusschen nog andere door bosschen huizen enz. onderschept, dan zal voor eene secondaire driehoeksmeting de primaire gedeel telijk moeten vernieuwd en aangevuld worden, dan moeten de hooge signalen weder opgebouwd, de inrichtingen ter opstelling van den theodoliet opnieuw gemaakt worden en het resultaat kan, tegen veel hooger kosten,nimmer dezelfde graad van nauw keurigheid bereiken. En de nauwkeurigheid is de eenige waarde meter voor de secondaire driehoeksmeting, zoo zelfs, dat zij alle waarde voor de kadastrale techniek verliest, zoodra de nauwkeu righeid zinkt beneden zekeren grens, te bepalen door de eischen aan het toekomstig kadaster te stellen. Dit is reeds het geval met de bestaande secondaire driehoeksmeting. Het ontoereikende der gegevens van de Meetkunstige beschrij ving wordt thans algemeen erkend; het vroegere voorschrift, dat aansluiting der kadastrale driehoeksmetingen aan die gegevens gebood is,- na herhaalde bittere ervaringen, ter zijde gesteld. Doch de behoefte aan eene driehoeksmeting van hoogere orde is 200 diingend, dat ook in de laatste jaren nog hermetingen zijn

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1887 | | pagina 100