100 is het, dat door geen dier verbeteringen het hoofdgebrek des pool- planimeters is weggenomen. Het hoofdgebrek bij alle planimeters, die op de afwinding eener meetrol berusten, ligt in de moeilijkheid of onmogelijkheid om de glijdende beweging der meetrol te doen plaats hebben over eenkomstig de theorie, en bij den gewonen poolplanimeter voor namelijk daarin, dat die glijdende beweging plaats vindt op een oneffen vlak. De kleine verhevenheden, die zich op, en de fouten vouwen, passerinsnijdingen enz. die zich in het papier bevinden, zijn oorzaak, dat het rolletje in zijne glijdende beweging bij de aanraking met zulke oneffenheden wordt verstoord waardoor eene valsche beweging ontstaat en bijgevolg de afwikkeling der meetrol met betrekking op het te bepalen oppervlak onnauwkeurig wordt. Een ander gebrek van den poolplanimeter ligt hierin, dat bij het omvoeren eener figuur, de betrekking tusschen de rollende en glijdende beweging der meetrol afhankelijk is van den stand van den pool ten opzichte der figuur. Men heeft getracht dit gebrek weg te nemen door de onder N°. 1 genoemde wijziging aante- brengen, doch de ondervinding heeft geleerd dat bij een goed geré- gelden poolplanimeter de mathematische voerarm een kleinen hoek met de as der meetrol maakt. Verder kan het niet tot de nauwkeurigheid eens planimeters bijdragen, dat de meetrol, die licht beweegbaar moet zijn, tot steunpunt van den planimeter moet dienen, zooals bij den gewo nen poolplanimeter het geval is. Ten einde deze bezwaren te overwinnen, heeft men nu eene andere inrichting aan den planimeter gegeven waardoor vele der bovengenoemde gebreken zijn weggenomen. Deze nieuwe instru menten dragen den naam van nauwkeurigheidsplanimeters, dien zij ten volle verdienen zooals uit achterstaande beschouwingen zal blijken.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1887 | | pagina 104