107 de meetrol afleest om daaruit het oppervlak der figuur te bepalen. De ligging eener figuur ten opzichte van den ordinatencirkel kan verschillend zijn. Is de pool buiten de figuur geplaatst dan kan zij geheel binnen, geheel buiten, of gedeeltelijk binnen en gedeeltelijk buiten den ordinatencirkel liggen. De gevallen waarin de figuur geheel binnen of geheel buiten den ordinatencirkel ligt, behoeven geene afzonderlijke bespreking daar de theorie ligt op gesloten in die van het hierboven aangehaalde derde geval. Wordt de stift nu bewogen langs den geheelen omtrek der fig. Z, (fig. 2) die ter weerszijden van den ordinatencirkel ligt, dan krijgt men voor de rollende beweging der meetrol de algebraïsche som der rollende bewegingen van de meetrol bij de omvoering der vierhoekige figuren, waarin de figuur Z verdeeld is. (P H) N w dus: p p pj x waarin I het oppervlak van fig. Z voorstelt. Zij nu B de straal der meetrol en neemt men aan, dat zij A geheele omwentelingen gemaakt heeft dan is, wanneer de pool buiten de figuur geplaatst is. (P H) N A 2 B p F r I (6) P F R of I - A. 2 B (p pj) N l7) waaruit men ziet, dat het oppervlak eener figuur evenredig is met het aantal omwentelingen der meetrol, hetgeen te bewijzen was. Daar nu in verg (7) alle grootheden, met uitzondering van F constant zijn', kan men door verandering der lengte van F aan I verschillende waarden geven en omgekeerd, door aan I bepaalde Bij dezelfde beweging van de schijf draait de meetrol in verschil lenden zin, naarmate zij zich rechts of links van het middelpunt dei- schijf bevindt (de voerstift zich binnen of buiten den ordinatencirkel be weegt.) De beweging der schijf bij het voeren der stift van l naar m

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1887 | | pagina 111