-xy- üRrRT' <8)
122
G, naar G heeft de meetrol slechts glijdende bewegingen, die elkaar
bovendien nog opheffen.
Voor de beweging langs de lijn IbG, vindt men analoog met (7)
waarin x negatief is, omdat de voerstift in tegenovergestelde rich
ting van G H is voortbewogen, en P Gi yi gesteld is.
Door (7) en (8) bij elkaar op te tellen vindt men
R R F
I X (y yi) oppervl. G G, H, H 'p pR v (9)
in welke formule F alleen veranderlijk is.
Bij deze afleiding is aangenomen dat figuur G H Hi G( gelijk
is aan rechthoek G H H, G2, hetgeen op oneindig kleinen na het
geval zal zijn indien G H H, Gi zeer klein genomen wordt.
Daar nu elke willekeurig begrensde figuur zich laat verdeelen
in vierhoekige figuurtjes van den vorm G H H, G, waarvan de zijden
G H en Hi G, zeer klein zijn, zoo kan men dus op dezelfde wijze als
vroeger is aangetoond, met dezen planimeter het oppervlak eener
willekeurige figuur berekenen.
De lijn g Q die in het punt g loodrecht staat op de as der
draagrollen wordt coördinatenas genoemd en vervult bij dezen pla
nimeter dezelfde rol als de ordinatencirkel bij de onder I en II
beschreven planimeters.
Controle-liniaal en contröle-plaat.
Ten einde zich te kunnen overtuigen, of het instrument aan
de te stellen voorwaarden voldoet, heeft men noodig een controle-
liniaal of contröle-plaat.
De controle-liniaal is een koperen of nieuw zilveren plaatje van
1 decimeter lengte, waarin gaatjes op onderlinge afstanden van
1 centimeter zijn geboord. Het beginpunt is doorboord, in welke
opening eene fijne naald loodrecht op het vlak van de liniaal is
aangebracht, en door eene schroef daarin wordt vastgehouden.
Ri R.3 F X} /ON