155
van de bijbladen en over de z. i. verkeerde wijze, waarop die ver
nieuwing tegenwoordig geschiedt.
De Voorzitter merkt op, dat ongetwijfeld over dat onderwerp
de gevoelens zeer uiteenloopen en daar de leden op eene bespre
king daarvan niet zijn voorbereidacht liij een verdere behandeling
niet geschikt.
Hij geeft den heer Bonté in overweging, om zoo deze dit wenschelijk
acht een voorstel in te dienen, tot het ter tafel brengen van de
zaak in de volgende Vergadering.
Uit het antwoord van den heer Bonté blijkt, dat het zijne be
doeling is geweest, om over de vernieuwing van de bijbladen met
de aanwezigen van gedachten te wisselen, en daardoor het ge
voelen van anderen te vernemen.
De heer van Roosmalen geeft zijn ingenomenheid te kennen
met het aan de orde brengen van de wenschelijkheid der ver
nieuwing van de secondaire driehoeksmeting. Hij treedt in be
schouwingen over de wijze, waarop thans de kadastrale driehoeks
metingen worden uitgevoerd, en wijst op het ontbreken van al
gemeen geldende voorschriften daarop betrekkelijk.
De heer Boer vindt de opmerkingen van den heer van Roos
malen zeer belangrijk en verzoekt hem zijne denkbeelden nader
uit te werken in den vorm van een opstel, dat alsdan zou kunnen
geplaatst worden in het tijdschrift.
De heer Heijkoop dankt vervolgens namens de aanwezige leden
den Voorzitter voor de wijze, waarop hij de Vergadering heeft
geleid.
Niemand meer het woord verlangende sluit de Voorzitter de
Vergadering met een woord van dank aan het aftredend bestuurs
lid, den heer Hessels, voor den steun en de medewerking, die
het bestuur altijd van hem heeft ondervonden en aan de leden
voor hun opkomst en voor den weiwillenden toon, die bij de ge-
dachtenwisselingen heeft geheerscht en waardoor zijn taak als
Voorzitter gemakkelijk werd gemaakt.