11 Het ligt geenszins in mijne bedoeling te ontkennen dat de billijkheid en het rechtsgevoel van het volk in sommige gevallen spreken vóór de verjaring met name als zij berust op titel gepaard met goede trouw. Maar, als men uitvoerig aanwijst, welke de goede gevolgen zijn der verjaringals men redeneertdat op den duur geene plaats vacant kan blijven en spreekt van een Ttlein offer op het altaar van maatschappelijke rust en zekerheid als men met veel overdrijving voorspeltdat alles onzeker zou worden en op losse schroeven gezetindien men den oorsprong der vermogens mocht naspeuren als men eene tegenstelling maakt tusschen de oppas sendheid en werkzaamheid van den bezitter en de onachtzaamheid en het stilzitten van den eigenaar of uitweidt over kunstwerken, over het gronden eener familie dan pleit men verzachtende om standigheden dan verraadt men gebrek aan degelijke argumenten. De pogingenom afdoende rechtsgronden te putten uit het verjaringsbegrip zelf, die uit een doctrinair gezichtspunt de ver jaring als eene op zelfstandige fondamenten berustendeonom- stootelijke instelling zouden rechtvaardigen hebben m. i. gefaald. Algemeen verdedigen de commentatoren haar thans met het oog op omstandigheden welke met het verjaringsbegrip weinig gemeen hebben nl. met een beroep op het algemeen belang. Dit argument is het eenig steekhoudende en afdoende, en Mr. Achterberg legt er dan ook den nadruk op. Doch voor de rechtszekerheid in het algemeen belang is de verjaring slechts een middel een instrument dat als versleten of verouderd wordt weggeworpen zoodra een ander instrument is gevondendat beter aan het doel beantwoordt. „d'un terrain réellement abandonné par son propriétaire dans les sociétés „modernes, toutes ces raisons, disons nous, sont insuffisantes pour légi- „timer aux yeux de 1 équité cette usurpation. II a amélioré, dites vous, „un champ stérile soit, main par cela mème il a retire des produits, et „ses peines ne sont point perdues."

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1887 | | pagina 15