163 bureau van de internationale graadmeting fungeert, is bepaald, dat het zich in het algemeen moet bedienen van de basismetingen, driehoeksmetingen en waterpassingen der Landmeting. Het ligt in fden aard der zaak, dat het zuiver wetenschappelijk doel der aardmeting en het meer materiëele der landmeting elkander voor namelijk ontmoeten en zich vereenigen in de primaire driehoeks meting. Voor de landmeting mag geen terrein te moeilijk geacht worden, het moet met driehoeken worden overdekt; de punten moeten zooveel doenlijk een vrij uitzicht verleenen, verder moeten de driehoekszijden niet zoo lang als maar mogelijk, doch volgens eene gemiddelde lengte bepaald worden, om een gunstigen over gang tot de driehoeksmetingen van den tweeden en derden rang door niet al te spitse hoeken mogelijk te maken. Bij het samenstellen eener primaire driehoeksmeting zijn in het algemeen drie op elkander volgende stadiën van werkzaamheden te onderscheiden, nl. de keus der punten of de verkenning, het bouwen van signalen of andere inrichtingen ten dienste der metingen en eindelijk de metingen zelf nevens de noodzakelijke vastlegging der punten ter duurzame verzekering. Gewoonlijk eischt ieder sta dium een jaar, evenwel duren elk dezer werkzaamheden voor grootere driehoekskettingen of netten ook wel twee of drie jaar. De verkenning en het bouwen der signalen zijn opgedragen aan eene afzonderlijke sectie, welke bestaat uiteen Vermessungs - Dirigent, twee of drie trigonometers en het noodige hulppersoneel. De metingen worden door twee of bij uitzondering door drie secties uitgevoerd welke ieder uit een Vermessungs - Dirigenteen assistent en het noodige hulppersoneel zijn samengesteld. De werkzaam heden te velde duren in den regel van 1 Mei tot einde September. De verkenning. Al naar gelang van de beteekenis, het doel en den tijd van hun ontstaan onderscheidt men drie verschillende configuratien in de driehoeks-systemen van den Ien rang. Men bezigt eene aan-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1887 | | pagina 167