172 vervaardiging dikwijls met groote bezwaren gepaard gaat en men daartoe de toestemming of medewerking van kerkbesturen of an dere overheden of bezitters moet verwerven. Die toestemming wordt dikwijls niet of althans slechts met tegenzin en onder be zwarende voorwaarden gegeven. Ook zijn de metingen gewoon lijk moeilijker en vooral die ter bepaling der elementen voor het centreeren meer samengesteld dan bij signalen. Er zijn echter stre ken, waar men er volstrekt niet buiten kan, zooals in het sterk bebouwde laagland in het noordwestelijk gedeelte van Duitschland (en in Nederland.) In de Hannoversche ketting en in het Weser- net moesten daarom buitengewoon vele torens tot punten van den eersten rang gekozen worden, zooals vroeger aldaar ook door Gauss was gedaan. Voor de voorloopige verkenning op zulke bouwwerken zal he in den regel voldoende zijn eene vluchtige inriching te maken om het kleine instrument en zoo noodig ook een heliotroop te kunnen opstellen. De onderhandelingen met de betrokken overheden of personen moeten dadelijk geopend worden, opdat er zich later tegen het gebruiken van den toren geene zwarigheden voordoen. Verder moet onderzocht worden, of de toren voldoende ruimte en vast heid aanbiedt; de afmetingen, de dikte der muren, de opgangen, luiken enz. moeten gemeten worden. Hoe meer de ontwerpen in den loop der verkenning uitgewerkt worden en de verschillende combinatiën een vasten vorm aannemen, des te meer komt het er op aan, enkele richtingen te constatee- ren, d. i. uittemaken, of van een bepaald punt zekere andere punten zichtbaar zijn. De bereiking van dit doel wordt door be rekening zeer bevorderd. Zoodra tweemaal op een punt is ge viseerd, worden zijne coördinaten en daaruit de verdere gewenschte richtingen berekend. Ook het problema van Snellius ter bepa ling van een punt zal in vele gevallen met voordeel aangewend kunnen worden. Maar niet enkel in horizontale ook in verticale richting wordt

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1887 | | pagina 176