DE VERJARING IN VERBAND MET DE BEWIJS
KRACHT EENER KAART.
II.
Kaarten met rechtskracht.
Het ligt niet in mijn voornemen, het rechtsgeldig kadaster op
nieuw te schetsen of de voordeelen er van in het licht te stellen
doch hare beteekenis te verduidelijken en te trachten het be
zwaar, tegen een der hoofdbeginselen aangevoerd door Mr. Ach
terberg, weg te nemen, om daarna te zoeken naar een „Norm'',
welke kan voldoen aan de behoeften van het oogenblik, zonder
dadelijke wijziging der beginselen van ons burgerlijk recht te
vereischen.
Eenigszins uitvoerig heb ik stilgestaan bij de treurige gevolgen
van het gebrek aan bewijsmiddelen in grensgeschillen. Wordt
daaraan door een rechtsgeldig kadaster op afdoende wijze tege
moet gekomen Is, hetgeen in sommige gedeelten van
Duitsc'nland met succes is ingevoerd, ook bij ons mogelijk en
wenschelijk Mr. A. meent die vragen ontkennend te moeten
beantwoorden. Zijne meening rust, geloof ik, op eene onjuiste
voorstelling van de wording en werking van dat kadaster.
Wil men eene nieuwe instelling van een onbevooroordeeldstand-
punt bezien, dan moet men trachten, zich te doordringen van
hare beginselen, zich te verplaatsen in de veranderde omstandig
heden omdat men anders allicht aan bestaande toestanden argu
menten ontleent, die in de nieuwe niet opgaan.
Tijdschrift Kadaster 1S87. m