56 halfheid is gedrukt en die bovendien aan spoedige depreciatie bloot staan. Deze grondslagen toch zijn in wezen nog dezelfde als die bij de oorspronkelijke opmaking van het kadaster hebben gediend. Doch terwijl het Recueil Méthodiquc een zuiver fiscaal kadaster ten doel had, ten spijt van een paar artikels, die iets meer beloofden, hinken we tegenwoordig op twee gedachten. Voor den omslag der grondbelasting zijn onze hermetingen te langwijlig en veel te duur voor de verzekering van den grondeigendom ondanks alle omslachtigheid, geheel ontoereikend. De tegenwoordig gevolgde wijze van vernieuwen welke slechts ten doel heeftsteeds nieuwe lappen te zetten op het versleten en niet meer passende kleed kan m. i. tot geene duurzame vér betering leiden zij is te kostbaar in verhouding tot de resultaten, en verdient alleen aanbeveling als middelom het personeel practisch en theoretisch te vormen. Zal het kadaster beantwoorden aan zijn hoofddoel zal het een hulpmiddel worden ter vestiging eener voldoende rechtszekerheid van den grondeigendom dan moet, naar mijne innige overtuiging, aan de vernieuwing eene hervorming der grondslagen voorafgaan. Omtrent het in de Notarieele Vereeniging na deze lezing ge voerde debat geeft nde Amsterdammervan 14 Dec. 1886 het volgende verslag Van de gelegenheid tot debat werd gebruik gemaakt door de heeren Mr. Achterberg, Mr. Ar mand Sassen, De Koningh, voorzitter der Vereeniging voor kad. en landmeetk. en Mr. f r e u b. Met de conclusie van den heer Boer waren allen het eens. Mr. Achterberg brak echter opnieuw een lans voor het behoud van elke acquisitieve verjaring en verwierp de onderscheiding tusschen grens- en andere verjaring. Mr. Sassen, die wees op het nauw verband tusschen het rechtsgeldig kadaster en het grondboekstelsel, deed de voordeelen en de goede werking van dit stelsel in Duitschland uitkomen. De heer De Koningh

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1887 | | pagina 60