60
de verdeeling der landerijen tot in kleine perceelen doorgevoerd was.
In sommige streken van Frankrijk ging een gedeelte van de bevolking
de landerijen rond, om de palen na te zien. (4) Ook in vele streken van
ons vaderland volgde men deze wijze. In de wetten en costuijmen van
de vele souvereine heerlijkheden waarin ons land vroeger verdeeld was,
waren rondgaande rechtbanken aangewezen, welke eens of meer
malen 's jaars eene schouwvoering over de grenssteenen moesten
houden. Een tweetal uit de vele voorbeelden willen we hier in eenige
trekken schetsen, n.l. de werkkring dier commission onder het in de
vrijheerlijkheid Boxmeer vroeger daaromtrent geldende recht. De
leden van de rondgaande veldrechtbank waren hier uit de leden
der dingbank gekozen. Zij hadden voor de goede instandhouding
der grenzen te zorgen; ook het beslechten van grensverschillen
en het leggen van nieuwe palen behoorde tot hunne taak. Voor
de volledige bewaring der grenzen en steenen en het behoud van de
richtige breedte der wegen was hun, behalve de jaarlijksche, eene
vijfjaarlijksche groote inspectie voorgeschreven. Een wijle tijds voor
den rondgang dezer rechtbank werden de eigenaars door afkondiging
verwittigd, dat de steenen zichtbaar moesten gemaakt worden en
dat van twisten, ontstaan sints den laatsten rondgang, vóór den
schouw aangifte moest gedaan worden.
De schouw werd door den scholtis en de daartoe aangewezene
schepenen gevoerd, met inachtneming van het hiervolgende
ceremonieel. Voor het begin der schouwing luidde de schutsman
de klokken. Op dit teeken begaven zich de belangstellende eigenaars
en notabelen naar het gemeentehuisde commissie ging nu naar den
toren om de beide houten meetroeden, die bij den omgang
gebezigd werden, te vergelijken met de standaardmaat, welke hier
door twee hardsteenen richels aangegeven was. Dan gingen
Scholtis en Schepenen naar het gemeentehuis, waar den verga
derden hun plicht herinnerd werd, om met nauwgezetheid
te schouwen, de grenspalen wel na te gaan en de twisten
Boer, Rechtsg. Kadaster, overdruk bl. 17 Eeonst. 1881.
(Noizet: du cadastre. Red.)