DE COORDINATOGRAAF.
Bij iedere opmeting van eenigen omvang kan met het in kaart
brengen van het terrein geen begin gemaakt worden, voor de
punten, welke in coördinaten berekend zijn, op de kaartenbladen
voorkomen.
Zooals bekend is, worden daarom eerst op die bladen rechte
lijnen getrokken, evenwijdig aan de coördinatenassen en op onder
linge afstanden van een decimeter.
Hoe eenvoudig de constructie van zulk een vierkantennet ook
moge schijnen, inderdaad is die arbeid tijdroovend en ondankbaar,
betgeen voor een deel veroorzaakt wordt door de verandering,
die het papier ondergaat gedurende den tijd, dat men aan de
bewerking bezig is.
Er bestaan dan ook verschillende instrumenten, om aan dat
bezwaar te gemoet te komen, door het beoogde doel langs anderen
weg te bereiken. Een dezer toestellen werd uitgedacht door den
heer G o m b a u 11 te Leeuwarden, die eene beschrijving daarvan
heeft geleverd in dit Tijdschrift (Jaargang II, bladz. 117.)
Zijn de bladen van vierkantennetten voorzien, dan worden
de punten, welke in coördinaten berekend zijn, in kaart gebracht,
een arbeid die op nieuw tot kleine onvermijdelijke fouten aanleiding
geeft. De plaats dier punten zoude derhalve aan nauwkeurigheid
winnen, wanneer de constructie van het quadratennet en het in
kaart brengen dier punten in ééne bewerking, dus met gelijke
juistheid, kon geschieden.
Ter bereiking van dit doel was reeds vroeger door den heer
I. Boer, Hz. (zie Economist 1881 blz. 738; overdruk blz. 69)
een instrument ontworpendat daarenboven tot aflezing van
Tijdschrift Kadaster 1887. 5*