75 coördinaten was bestemd. De uitzetting van coördinaten (dus ook van de snijpunten der zoogenaamde ruitlijnen) zou bij dat instru ment worden verkregen door de beweging van twee wagens in zuiver rechtlijnige, loodrecht op elkander staande, richtingen. Dit ontwerp werd, wat de hoofdgedachte betreft, gevolgd door den heer G. Coradi te Zürich voor de samenstelling van den coördinatograaf, thans aan het bureau van den Ingenieur-verificateur van het Kadaster te Amsterdam in gebruik gesteld. Dat instrument is echter niet ingericht tot aflezing van coördinaten. Behalve de aanstonds te noemen linialen is het grootendeels vervaardigd van geel koper. De beweging der twee wagens (abscissen- en ordinatenwagen) geschiedt door vier raderen, waarvan er bij eiken wagen twee zich voortbewegen in eene zuiver rechtlijnige insnijding. Deze laatste raderen zijn daartoe wigvormig afgeslepen. De abscissenwagen C (zie de figuren; enkele der verbindings stukken van dezen wagen zijn duidelijkheidshalve weggelaten) loopt met de twee vernikkelde raderen R in de insnijding a van het abscissenliniaal A, en overigens geheel vrij met twee gewone loopraderen P over het ijzeren liniaal B. Het abscissenliniaal A, van ijzer en vernikkeld is aan de eene zijde op het tafelblad bevestigd in den beugel F, die aan dat blad is vastgeschroefd; aan de andere zijde door de stelschronfG, welks uiteinde rust op eene kegelvormige insnijding van het plaatje g, dat eveneens aan het tafelblad is vastgeschroefd. Het ijzeren liniaal B is aan de bovenzijde vlak geslepen en wordt niet vast aan de tafel verbonden. De ordinatenwagen D loopt met twee vernikkelde raderen R in de insnijding b van het vernikkeld ijzeren ordinatenliniaal E en met twee gewone loopraderen P over een ander der verbin dingsstukken van den abscissenwagen. Bij verplaatsing van den abscissenwagen wordt dus de ordinaten wagen mede voortbewogen, terwijl de beweging van den ordinaten wagen geschiedt over den abscissenwagen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1887 | | pagina 79