82 Abscisse 1,5 of 3 2,35 mM. 0 2,37 mM. 6,5 13 2,35 l of 2 2,38 11,5 23 2,35 4 8 2,38 18. 36 2,35 8 16 2,38 21,5 43 2,37 9 18 2,39 26,5 53 2,36 14 28 2,38 31,5 63 2,36 19 38 2,37 35. 70 2,35 24 48 2,38 41,5 83 2,39 29 58 2,36 46,5 93 2,36 34 68 2,37 52,5 105 2,37 39 78 2,38 56,5 113 2,38 63. 126 2,38 N.B. De verdeeling op de linialen is becijferd voor het gebruik der schalen Viooo en Vaooo. De met geteekende getallen zijn overgenomen uit de metingen ter bepaling der schroefhoogte. De bovenstaande uitkomsten toonen voldoende aan, dat de kartelingen op de linialen en op de rondsels zeer regelmatig zijn gesneden, en dat de rondsels en de meetrollen rond en centrisch bewerkt zijn, De afstanden, met de piquoirs uitgezet door gebruik te maken van de meetrollen H, zijn in den regel iets kleiner dan wordt aangewezen door een stangpasser met verdeelde liniaal, eveneens uit de fabriek van den heer Goradi afkomstig. Het verschil is echter zeer gering en kan, volgens mededeeling van den heer Coradi slechts veroorzaakt worden door geringe doorbuiging der linialen A en E., daar zoowel de verdeeling op den stang passer als die op de linialen, rondsels en getande kanten van dit instrument met dezelfde verdeelmachine zijn vervaardigd. Index op 't liniaal. S L I N I A A L. Verschil der 2 aflezingen. 0 R D Index op 't INA TE liniaal. N L I N I A A L. Verschil der 2 aflezingen. V J» 71 n V ff 71 If n n n n 71 71 n 7t 71 Jl n 71 n ff n n n 71 71 n V 71 71 n 71 71 71 •n 71 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1887 | | pagina 86