87 de Zuiderzee bezoeken om zoodoende een behoorlijk verband te krijgen tusschen de verschilende punten daaromheen gelegen. Bij deze verkenning diende er op gelet te worden: 1» dat het noodige verband verkregen werd met de hoekpunten die blijkens ons verslag over het jaar 1885 aangewezen zijn om als aansluitings- punten met de Pruisische driehoeksmeting Ie dienen, en 2°. op de mogelijkheid om de driehoeksmeting later over het geheele land te kunnen uitbreiden, zonder dat het daarvoor noodig zal zijn het grootste gedeelte van onzen arbeid te herhalen. In de eerste dagen ging de verkenning zeer voorspoedig, daal de lucht zeer helder en het weder bijzonder gunstig was. De ver kenning langs de zuid- en oostzijde van de Zuiderzee was dan ook spoedig afgeloopen. In Friesland had men echter met vele be zwaren te kampen. In de eerste plaats de gesteldheid der lucht waardoor men zeer dikwijls verhinderd was om op een behoorlijken afstand te kunnen zien. In de tweede plaats de bijzondere gesteldheid van het oostelijk gedeelte van Friesland, dat met zeer veel hout bezet is en betrekkelijk weinig torens oplevert, die dan nog meestal zeer laag zijn en dus weinig uitzicht geven Eene derde omstandigheid waardoor de verkenning langzaam vor derde, bestond in de lastige middelen van communicatie vooral met de eilanden. Voor zooverre betreft de eilanden Terschelling, Vlieland, Wieringen en Urk werd hun het onderzoek gemakkelijk gemaakt door den hoofdingeneur van den waterstaat den heer Du Celliée Muller en den ingeneur H oogenboom, die al daar met een jacht van den waterstaat eene inspectie maakten en de heeren Sc hols en Heuvelink bereidwilling in de gelegen heid stelden de reis mede te maken en zoodoende die eilanden te bezoeken. De eilanden Ameland en Schiermonnikoog werden later met het gewone vervoermiddel >jde postschuit" bezocht. Het grootste gedeelte van de punten door den generaal Kr aij en- h o ff indertijd als driehoekspunten gebruikt, kan daarvoor thans niet meer dienen. Alleen het Oude Hoofd te Leeuwarden, dat voor de metingen bijzonder geschikt is, en wellicht Oldeholtpade, indien 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1887 | | pagina 91