95 Ge. Voorkeur verdient eene algemeene afpaling onder den grond door steenen buizen (Hohlziegel) met eene lengte van ongeveer 30 centimeter. De doorsnede is van buiten vierhoekig met eene zijde van ongeveer 10 centimeter, de opening is rond met eene middellijn van 5 a 6 centimeter. Zij worden verticaal geplaatst ongeveer 30 c.M. onder den grond (op akkers, waar suikerbieten verbouwd worden 50 c.M Deze afpaling heeft het voordeel boven die met steenen, dat zij scherper het grenspunt (as der opening van de buis) aangeeft, duurzamer en meestal ook goedkooper is en niet aan de schade lijke invloeden van ploegen, eggen, enz. is blootgesteld. 7e. Zelfs onder de steenen of houten palen en andere grens- teekens, welke boven den grond uitsteken, is eene afpaling met genoemde buizen zeer aan te bevelen. In allen gevalle is het doel matig onder deze grensteekens compact bijeen voorwerpen te leggen, die niet vergaan, zooals slakken, stukken van pannen, scherven van glas, aardewerk, porcelein enz. 8e. Het is van groot gewicht voor het gemakkelijk terugvinden en weder opstellen van een grensteeken, evenals voor de nauw keurige uitvoering der oorspronkelijke meting en bijhouding van latere veranderingen, dat in blokken met regelmatige hoefslagen (Feldlagen) de grensteekens zoodanig worden geplaatst, dat zij, dwars over de perceelen gezien, in rechte lijnen, zoogenaamde steenlynen staan. De uiterste steenlijnen blijven op eenigen afstand van de grens van zulk een blok. Is die grens recht lijnig, dan wordt de eerste steenlijn, zoo dit maar eenigszins mogelijk is, daaraan evenwijdig genomen of een afstand van 5 meter. De grensteekens- worden door de gemeente of door de eigenaars verschaft. Driehoeks- en veelhoeksmeting. De wijze, waarop de trigonometri sche punten volgens de voorschriften van Anweisung IX worden be paald werd door ons vroeger behandeld (Tijdschr. I blz. 28, 153, 185, 193 en II blz. 137). Het volgende zij hier in herinnering gebracht.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 101