108 werden de leden der commissie aldaar ontvangen en in de gelegenheid gesteld om de sterrewacht in al zijne onderdeelen te bezichtigen, hetgeen de belangrijkheid van de vergadering niet weinig verhoogde. Tegenwoordig waren als leden der permanente commissie: generaal Ibanez uit Madrid, voorzitter, Hirsch, directeur van de sterrewacht te Neuchatel, secretaris, Faye, lid der Fransche akademie te Parijs, generaal Ferrero, directeur van het Italiaansche geographiscbe instituut te Florence, Foerster, directeur van de sterrewacht te Berlijn, Helmert, directeur van het geodetische instituut te Berlijn, Zachariae, chef van de geodetische werkzaamheden in Denemarken en van de Sande Bakhuyzen uit Leidenverder als afgevaardigden der verschillende geodetische commission d'Avila, pair van Portugal, commandant Bassot van den militairen geographischen dienst te Parijs, Betocchi, inspec teur-generaal van den waterstaat te Rome, Deftorges van den militairen geographischen dienst te Parijs, von Kalmar, directeur der driehoeks metingen van het geographiscbe instituut te Weenen, Lorenzoni, directeur van het observatorium te Paduageneraal Perrier, lid van de Fransche akademie te Parijs, kolonel De Stefanis uit Florence en Tisserand, lid van de Fransche akademie te Parijs. In de eerste plaats werd door den secretaris een verslag uitgebracht aangaande zijne werkzaamheden in het afgeloopen jaar, waar onder anderen uit bleek dat Servië was toegetreden tot de internationale vereeniging voor de aardmeting, doch dat Engeland zich daaruit had terug getrokken. Nadat ook de directeur van het centraal bureau voor de aardmeting een uitvoerig bericht had gegeven van de werkzaamheden van dat bureau, werd het reglement vastgesteld regelende de verhouding van het centraal bureau en de permanente commissie en ook een besluit genomen aangaande de besteding der gelden, welke volgens de onlangs gesloten overeenkomst jaarlijks door de verschillende gouvernementen ter beschikking van de permanente commissie werden gesteld. Nadat deze min of meer huishoudelijke werkzaamheden waren afge loopen, werden door de rapporteurs, die daartoe in de vergadering te Berlijn in 1880 waren benoemd, berichten uitgebracht over den voort gang der geodetische werkzaamheden in de 3 laatste jaren. Generaal Ferrero gaf een uitvoerig overzicht van den toestand der driehoeksmetingen, welke in verschillende landen reeds hunne vol tooiing naderen. Ingevolge een voorstel van den rapporteur werd be sloten ter beoordeeling van de nauwkeurigheid der hoekmetingen in

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 114