116 ning niets bespeurd, omdat die verkenning in het voorjaar had moeten plaats hebben toen er geen bladeren aan de boornen waren, zoodat het heliotrooplicht, waarmede het onderzoek werd uitgevoerd, onge hinderd kon doorgaan. Had de verkenning zooals dit behoorde, in den zomer van 1884 kunnen plaats hebben, dan zouden die hindernissen stellig zijn opgemerkt en had men, door het kiezen van andere punten, die moeilijkheden kunnen ontgaan. Thans was dit niet meer mogelijk omdat de genoemde punten als aansluitingspunten waren aangewezen, en de metingen van Pruisische zijde daarnaar waren ingericht en uitgevoerd. De ondervonden moeilijkheden hadden tengevolge dat eerst tegen het einde van Augustus alles in orde was, om met de metingen te kunnen beginnen. Toen was echter de vacantie van de polytechnische school voor het grootste gedeelte verstreken, zoodat ons medelid Schols, die de metingen zou leiden, nog slechts gedurende acht dagen daarbij tegenwoordig kon zijn, en verder de metingen aan de beide vroeger genoemde ingenieurs moest overgelaten. De buitenwoon ongunstige weersgesteldheid gedurende het geheele najaar verijdelde echter alle pogiDgen om de metingen, al zij het ook maar op een punt, ten uitvoer te brengen. Gedurende zes weken bleven de beide ingenieurs in Finsterwolde, zonder dat het mogelijk was eenige meting aldaar te verrichten. Tegen het midden van October werd de weersgesteldheid zoo ongunstig, dat het geheel onmogelijk bleek om voor dit jaar nog metingen uit te voeren, en werden de verdere pogingen daartoe gestaakt. De inrichtingen op de torens werden in zoodanigen toestand gebracht, dat zij het volgende voorjaar met geringe moeite wederom in bruikbaren staat kunnen ge bracht worden, om dan onder gunstiger voorwaarden de metingen te kunnen uitvoeren. Aan de Pruisische Landesaufnahme werd door ons van het mislukken der pogingen om dit jaar nog de metingen te verrichten kennis gegeven, waarop wij de mededeeling ontvingen dat met de definitieve berekening van het Pruisische gedeelte van het aansluitingsnet tot 1888 zou worden gewacht, indien wij de metingen op de drie meergenoemde punten tijdig in dat jaar kunnen uitvoeren. Waterpassing. In het afgeloopen jaar hebben de terreinwerkzaam heden bestaan in het stellen van een nieuw merk in de kerk te Sliedrecht, daar het oude ten gevolge van eene verbouwing van de kerk volgens ingekomen bericht zou verloren gaandoor eene waterpassing werd het nieuwe merk aan het oude verbonden. Op gelijke wijze werd een

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1888 | | pagina 122