DE VERNIEUWING VAN HET KADASTER IN PRUISEN.
{Slot.)
Vaste punten. De driehoeks- en veelhoekspunten, alsmede de
eind- en snijpunten van meetlijnen, Jcleinpunten genaamd, worden
duurzaam onder den grond verzekerd, ten einde als vaste punten
te dienen ter bijhouding van veranderingen in de indeeling van
den grond of om verplaatste of verloren grenzen op de oude
plaats te herstellen.
De driehoekspunten der Landesaufnahme, voor zoover deze niet
worden gevormd door torenspitsen of andere bouwwerken,
worden ook boven den grond zichtbaar gehouden door een zuil
of steen (Tijdschr. III blz. 178.) en ten einde deze tegen de in
vloeden van graven, ploegen, eggen enz. te beveiligen, koopt of
onteigent de Staat eene cirkelvormige oppervlakte gronds rondom
het driehoekspunt ter grootte van 2- centiaren De controleur
van het kadaster meet deze oppervlakte als afzonderlijk perceel
op, dat door een nommer op de kaarten en in den legger wordt
aangeduid. De plaatselijke overheden waken tegen het beschadigen
of afbreken dezer steenen, de gendarmes overtuigen zich tijdens
hunnen rondgang van den goeden toestand. Bij het ontwerpen
van spoorwegen, vaarten en dergelijke werken vermijdt men deze
steenen; is dit niet mogelijk, dan wordt hiervan kennis gegeven aan
de trig. Abth. der Landesaufnahme, even als van voorgenomen
Wetten van 7 Oct. 1865, 7 Apr. 1869 en 8 Juni 1874.
8*